Vruchtbaarheidsonderzoek bij de vrouw
Vruchtbaarheidsonderzoek bij de vrouw
Met een vruchtbaarheidsonderzoek bij kunnen we een aantal zaken uitzoeken, maar ook nog heel veel niet. Bij een uitblijvende zwangerschap zijn er verschillende mogelijke oorzaken. Een deel daarvan kunnen we achterhalen in het vruchtbaarheidsonderzoek. Uiteindelijk blijkt in 30% van de gevallen de oorzaak bij de vrouw te liggen, in 30% bij de mannen, in 30% bij beiden en bij ongeveer 10% wordt er geen oorzaak gevonden. Het vruchtbaarheidsonderzoek voor een vrouw is wat uitgebreider dan bij de man.
Wat kun je verwachten van een vruchtbaarheidsonderzoek?
Het vruchtbaarheidsonderzoek duurt in de regel ongeveer 2 maanden. Na een intakegesprek waarin we ook al echoscopisch onderzoek verrichten, moet er even gewacht worden op bloeduitslagen. Tussentijds kan er zo nodig een zaadonderzoek uitgevoerd worden bij de partner. Wanneer we elkaar daarna treffen, weten we vaak al genoeg om een plan te maken. Soms is er nog aanvullend onderzoek nodig bij de vrouw en/of man. Wil je meer weten over de inhoud van het orienterend fertiliteitsonderzoek? Bekijk onze video via onderstaande knop.
Het fertiliteitsonderzoek
Wat zijn de onderdelen van een vruchtbaarheidsonderzoek?
Bij de vrouw vindt er onderzoek plaats naar de vruchtbaarheid middels een vraaggesprek, lichamelijk onderzoek inclusief echoscopie, laboratoriumonderzoek en zo nodig een radiologisch onderzoek. Eerst volgt er een opsomming van de onderdelen, daarna kan je meer uitleg lezen.
Vraaggesprek
- leeftijd
- leefstijl: roken, alcohol- en drugsgebruik, medicatiegebruik en gewicht
- Voorgeschiedenis: buikoperatie, seksueel overdraagbare aandoening, ontstekingen in de buik, eerdere zwangerschappen
- Menstruele cyclus: regelmaat en duur van de cyclus, pijn
- Voldoende eicelvoorraad: cyclusduur, gemiddelde menopauzeleeftijd verwante vrouwen
- Seksualiteit: libido, pijn bij vrijen, frequentie van geslachtsgemeenschap
Lichamelijk onderzoek:
- Inwendig onderzoek (als nodig)
- Echoscopie voor baarmoeder en eierstokken
Laboratoriumonderzoek
- Schildklierfunctie, screening op antistoffen tegen chlamydia (CAT)
- Progesteron na de eisprong
- Op indicatie hormonaal onderzoek: bijv. FSH, LH, oestradiol en progesteron
- Op indicatie aanvullend onderzoek, zoals AMH
Radiologisch onderzoek
- HSG: onderzoek met contrastvloeistof waarbij gekeken wordt naar de vorm van de baarmoeder en de doorgankelijkheid van de eileiders
Wat bespreken we in het vraaggesprek?
In het vraaggesprek (anamnese) komen veel factoren aan bod om de kans op zwangerschap in te schatten. De meest voorkomende onderwerpen worden hieronder toegelicht.
1. Leefstijl
Door een gezonde leefstijl aan te houden, is het lichaam in een betere conditie en daarmee ontvankelijker voor een zwangerschap. Dus heb je een kinderwens, stop met roken (bijvoorbeeld via rookvrije ouders Rookvrije ouders: stoppen met roken coaching – Trimbos-instituut, drink geen alcohol, gebruik geen drugs en streef een gezond gewicht na met een BMI tussen 20-25 Bereken je BMI (Body Mass Index) | Hartstichting,
En mocht je het nog niet doen, start met het slikken van foliumzuur ter voorkoming van een open ruggetje bij het kindje en gebruik alleen medicatie die samen mag gaan met een zwangerschap (overleg dat zo nodig met de huisarts of apotheek) of vraag na of je met jouw aandoening veilig zwanger kan worden.
2. Voorgeschiedenis
Wanneer je in het verleden bijvoorbeeld een buikoperatie hebt ondergaan wegens een ernstige (blinde)darmontsteking, ongeval, eierstokcyste of endometriose of bijvoorbeeld een ernstige infectie hebt doorgemaakt als gevolg van een seksueel overdraagbare aandoening, bestaat er meer kans op verklevingen in de buik. Hierdoor zou het weleens zo kunnen zijn dat de eicel na de eisprong niet meer goed door een van de eileiders naar de baarmoeder getransporteerd kan worden zodat dit het zwanger worden bemoeilijkt of zelfs verhinderd.
3. Cyclusanalyse
Aan de hand van verschillende vragen wordt een inschatting gemaakt van de kwaliteit van de cyclus. Een eisprong vindt ongeveer twee weken na de start van de menstruatie plaats om vervolgens twee weken later weer door een menstruatie opgevolgd te worden.
Wanneer een cyclus regelmatig genoeg is, kunnen we er wel vanuit gaan dat er een eisprong heeft plaatsgevonden. Eventueel controleren we dit later middels een progesteronbepaling in het bloed. Een mooie stijging is bewijzend voor een eisprong.
Indien vrouwen een hele onregelmatige cyclus hebben, is de kans op een goede eisprong een stuk kleiner. De kans om spontaan zwanger te raken is dan ook verminderd. Er wordt uitvoeriger hormonaal onderzoek plaatsvinden naar de oorzaak en de behandeling zal ingezet worden op het laten ontstaan van een eisprong van een rijpe eicel.
4. Leeftijd
Het belangrijkste gegeven is wellicht de leeftijd van de vrouw. Tot de leeftijd van ongeveer 33 jaar heeft een vrouw ongeveer 20% kans per maand op een zwangerschap. Na deze leeftijd zakt de kans snel naar beneden en op 40 jarige leeftijd is de kans ongeveer nog 2% per maand. Op hogere leeftijd kan het dus sowieso al langer duren voordat een vrouw zwanger raakt. Vervolgens bestaat er een hogere kans op miskraam of een kindje met chromosomale afwijkingen, zoals het syndroom van Down (trisomie 21).
5. Eerder zwanger geweest?
Een andere belangrijke vraag is of je al eens zwanger bent geweest en hoe die zwangerschap is verlopen. Als je al eens zwanger bent geweest, is de kans groot dat dat nog wel eens lukt.
6. Seksualiteit
Libido, frequentie van geslachtsgemeenschap, pijn tijdens het vrijen: het zijn belangrijke onderwerpen wanneer er een kinderwens bestaat en het is niet vanzelfsprekend dat iedereen de seks (nog) leuk of fijn vindt. Uit onderzoek is echter gebleken dat de frequentie van seks een belangrijke voorspeller is van succes. Het is belangrijk om zo’n vier keer om de dag gemeenschap te hebben vanaf ongeveer cyclusdag 10. Een eicel kan na de eisprong ongeveer 12-24uur overleven, een zaadcel echter tot wel 72 uur na de zaadlozing. Het is dus belangrijk om voor de eisprong seks te hebben, dan zijn er altijd wel zaadcellen in de buurt wanneer de eisprong plaatsvindt.
Mochten er problemen ervaren worden met de seksualiteit, bespreek dit dat altijd met je arts. Samen kan je dan op zoek naar een oplossing.
Dit kun je verwachten van de onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Bij CVB maken wij bij iedere vrouw een inwendige echo om de eierstokken en de baarmoeder te beoordelen. De eierstokken worden beoordeeld op grootte, het aantal eiblaasjes en bijvoorbeeld de aanwezigheid van bepaalde cysten. De baarmoeder wordt beoordeeld op de vorm, ligging en grootte en bijvoorbeeld de aanwezigheid van vleesbomen (myomen) of poliep. Eileiders of verklevingen zijn normaal gesproken niet zichtbaar.
Op indicatie wordt een inwendig gynaecologisch onderzoek verricht bijvoorbeeld naar de aanwezigheid van endometriose.
Laboratoriumonderzoek
Standaard wordt iedere vrouw op onze polikliniek geprikt op schildklierfunctie (TSH) en chlamydia-antistoffen (CAT). Daarnaast vindt er bijna altijd een cyclusafhankelijke progesteronbepaling plaats.
Op indicatie wordt het hormonale profiel bepaald (bijvoorbeeld FSH, LH, oestradiol progesteron en/of AMH). Dit onderzoek kan later altijd uitgebreid worden.
Radiologisch onderzoek
Hysterosalphingografie (HSG)
Kijkoperatie
Tijdens een kijkoperatie wordt de situatie rondom de baarmoeder en eierstokken beoordeeld en worden meestal de eileiders doorgespoten met een contrastvloeistof om de doorgankelijkheid te bepalen. Een kijkoperatie wordt uitgevoerd bij bijvoorbeeld verdenking op endometriose of wanneer er twijfel bestaat over de doorgankelijkheid bij een eerdere HSG. Soms wordt de kijkoperatie uitgevoerd om bijvoorbeeld cysten te verwijderen, zoals endometriosecysten.